ECLI:NL:HR:2005:AU3412

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 oktober 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/169HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van de gemeente voor verontreinigde bouwgrond en onrechtmatige overheidsdaad

In deze zaak hebben de eiseressen tot cassatie, METEOOR BEHEER B.V. en [Eiseres 2], de Gemeente 's-Gravenhage gedagvaard wegens onrechtmatige overheidsdaad. De eiseressen vorderden schadevergoeding voor de geleden schade als gevolg van de uitgifte van verontreinigde bouwgrond. De dagvaarding vond plaats op 10 april 1997, waarbij de eiseressen de Gemeente verzochten om hen te vergoeden voor de schade die zij hadden geleden en nog zouden lijden, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 15 januari 1991.

De Gemeente heeft de vordering bestreden, en de rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 23 december 1998 de vordering afgewezen. Hierop hebben de eiseressen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof heeft de Gemeente bij tussenarrest van 17 januari 2002 tot bewijslevering toegelaten en heeft bij eindarrest van 4 maart 2004 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Tegen dit eindarrest hebben de eiseressen cassatie ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft op 14 oktober 2005 het beroep verworpen en de eiseressen in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was, gezien artikel 81 RO.

Uitspraak

14 oktober 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/169HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. METEOOR BEHEER B.V.,
2. [Eiseres 2],
beide gevestigd te 's-Gravenhage,
EISERESSEN tot cassatie,
advocaat: mr. K. Aantjes,
t e g e n
DE GEMEENTE 's-GRAVENHAGE, gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. G.C. Makkink.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseressen tot cassatie - verder te noemen: Meteoor en [eiseres 2] - hebben bij exploot van 10 april 1997 verweerster in cassatie - verder te noemen: de Gemeente - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de Gemeente te veroordelen om aan Meteoor en [eiseres 2] de door hen geleden en nog te lijden schade te vergoeden als gevolg van het in het lichaam van de dagvaarding omschreven onrechtmatig handelen, deze schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 15 januari 1991 tot aan de dag der algehele voldoening.
De Gemeente heeft de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij vonnis van 23 december 1998 de vordering afgewezen.
Tegen dit vonnis hebben Meteoor en [eiseres 2] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.
Bij tussenarrest van 17 januari 2002 heeft het hof de Gemeente tot bewijslevering toegelaten en bij eindarrest van 4 maart 2004 het vonnis waarvan beroep bekrachtigd.
Beide arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindarrest van het hof hebben Meteoor en [eiseres 2] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Meteoor en [eiseres 2] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren H.A.M. Aaftink, D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 14 oktober 2005.