ECLI:NL:HR:2005:AU3309
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.P. Balkema
- B.C. de Savornin Lohman
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over voorwaardelijke onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerp
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 december 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het hof had de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde, maar tegelijkertijd een in beslag genomen voorwerp, een imitatie wapen, onttrokken aan het verkeer. De verdachte had beroep in cassatie ingesteld, waarbij mr. G. Spong als advocaat optrad. De Advocaat-Generaal Wortel concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de effectuering van de onttrekking aan het verkeer afhankelijk had gesteld van een voorwaarde, namelijk de onherroepelijke afwijzing van een ontheffingsaanvraag op basis van artikel 4 van de Wet wapens en munitie. De Hoge Raad stelde vast dat de wet deze mogelijkheid niet kent en dat het hof ten onrechte deze voorwaarde had gesteld. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor een nieuwe beoordeling van de zaak. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een duidelijke wettelijke basis voor de onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen voorwerpen, zonder voorwaardelijke bepalingen die niet in de wet zijn vastgelegd.