ECLI:NL:HR:2005:AU3264
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- H.A.M. Aaftink
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cessie door curator van vordering op aansprakelijkheidsverzekeraar in faillissement
In deze zaak gaat het om de cessie van een vordering door de curator in het faillissement van SIW International B.V. aan de werknemer, [verzoeker], die letselschade heeft geleden door een bedrijfsongeval op 14 maart 2001. De rechtbank te Utrecht heeft op 17 november 2004 het faillissement van SIW International B.V. uitgesproken en benoemde een rechter-commissaris en curator. De vordering op de aansprakelijkheidsverzekeraar van SIW International B.V. behoort tot de failliete boedel. [Verzoeker] verzocht de rechter-commissaris om deze vordering 'om niet' aan hem over te dragen, maar de rechter-commissaris stemde alleen in met de cessie onder de voorwaarde dat 10% van het toegewezen bedrag in de boedel zou vallen. [Verzoeker] heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft de beslissing van de rechter-commissaris bekrachtigd.
In cassatie heeft de Hoge Raad de zaak beoordeeld. [Verzoeker] voerde aan dat het gelijkheidsbeginsel geschonden was, omdat in een ander faillissement een vergelijkbare cessie wel was toegestaan voor een symbolisch bedrag van € 1,--. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat [verzoeker] onvoldoende had onderbouwd waarom zijn geval gelijk was aan dat van het andere faillissement. De rechtbank had ook geconstateerd dat in andere vergelijkbare gevallen de schadevordering tegen een boedelbijdrage was gecedeerd.
Daarnaast betoogde [verzoeker] dat de toekomstige wetgeving hem een directe vordering tegen de verzekeraar zou toekennen, maar de rechtbank had geoordeeld dat dit verweer niet in de beoordeling kon worden betrokken, omdat de raadsman dit ter terechtzitting had prijsgegeven. De Hoge Raad concludeerde dat het beroep van [verzoeker] niet kon slagen en verwierp het cassatieverzoek.