ECLI:NL:HR:2005:AU3257

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/261HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over tekortkoming in de nakoming van een distributieovereenkomst

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Parico Cosmetics GmbH en Coty Benelux B.V. over een distributieovereenkomst. Parico, gevestigd in Duitsland, heeft op 21 oktober 1996 General Cosmetics gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam. De eiseres vorderde een betaling van ƒ 945.593,58, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 januari 1995. General Cosmetics heeft de vordering bestreden en in reconventie een bedrag van ƒ 61.662,20 gevorderd van Parico, ook vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft Parico bij tussenvonnis van 26 januari 2000 toegelaten tot bewijslevering. Na getuigenverhoor heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 7 november 2001 General Cosmetics ook tot bewijslevering toegelaten. Bij tussenvonnis van 4 september 2002 heeft de rechtbank Parico in de gelegenheid gesteld haar schade te specificeren. General Cosmetics heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Het gerechtshof te Amsterdam heeft op 27 mei 2004 het vonnis vernietigd en de vorderingen van Parico afgewezen, terwijl het Parico in reconventie heeft veroordeeld tot betaling van € 27.962,94 aan General Cosmetics. Parico heeft cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekte tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Parico in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 5.740,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

2 december 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/261HR
RM/JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
PARICO COSMETICS GmbH,
gevestigd te Dorsten, Duitsland,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. P.S. Kamminga,
t e g e n
COTY BENELUX B.V. (voorheen General Cosmetics B.V.),
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.E. Gelpke.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseres tot cassatie - verder te noemen: Parico - heeft bij exploot van 21 oktober 1996 verweerster in cassatie - verder te noemen: General Cosmetics - gedagvaard voor de rechtbank te Amsterdam en gevorderd General Cosmetics te veroordelen om aan Parico te betalen een bedrag van ƒ 945.593,58, althans een zodanig bedrag als de rechtbank juist voorkomt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 1995 tot aan de dag der algehele voldoening.
General Cosmetics heeft de vordering bestreden en harerzijds in reconventie gevorderd Parico te veroordelen aan haar een bedrag van ƒ 61.662,20 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente als in de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, gespecificeerd.
Parico heeft de vordering in reconventie bestreden.
Bij tussenvonnis van 26 januari 2000 heeft de rechtbank Parico tot bewijslevering toegelaten. Na getuigenverhoor heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 7 november 2001 General Cosmetics tot bewijslevering toegelaten. Na getuigenverhoor heeft de rechtbank bij tussenvonnis van 4 september 2002 in conventie Parico in de gelegenheid te gesteld bij akte haar schade te specificeren en aannemelijk te maken. De rechtbank heeft voorts bepaald dat van dit vonnis reeds hoger beroep openstaat.
Tegen laatstgenoemd vonnis heeft General Cosmetics hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.
Bij arrest van 27 mei 2004 heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en, opnieuw rechtdoende, in conventie de vorderingen van Parico afgewezen en in reconventie Parico veroordeeld tot betaling van € 27.962,94 aan General Cosmetics, te vermeerderen met de wettelijke rente als in het arrest gespecificeerd.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft Parico beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
General Cosmetics heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal D.W.F. Verkade strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt Parico in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van General Cosmetics begroot op € 5.740,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren P.C. Kop, als voorzitter, J.C. van Oven en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 2 december 2005.