ECLI:NL:HR:2005:AU3140
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Cassatie over omkering van de bewijslast bij inzage in verslagen van management- en commissarissen-vergaderingen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X Holding B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, waarin een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1995 werd gehandhaafd. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 6.972.688. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag tot ƒ 5.974.941. Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris van Financiën hebben cassatieberoep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad behandelt de vraag of de weigering van belanghebbende om inzage te geven in verslagen van management- en commissarissen-vergaderingen leidt tot omkering van de bewijslast. Het Hof had geoordeeld dat de weigering geen omkering van de bewijslast met zich meebracht, maar de Hoge Raad oordeelt dat dit oordeel onjuist is. Verslagen van deze vergaderingen kunnen relevante informatie bevatten voor de belastingheffing, en het niet overleggen van deze verslagen leidt tot omkering van de bewijslast. De Hoge Raad verklaart het beroep van de Staatssecretaris gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof, en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
Daarnaast wordt in de uitspraak aandacht besteed aan de proceskosten. De Hoge Raad gelast dat de Staat aan belanghebbende het griffierecht vergoedt en veroordeelt de Staatssecretaris in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de reikwijdte van de omkering van de bewijslast in belastingzaken verduidelijkt.