ECLI:NL:HR:2005:AU3126
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Verzuim om transactie aan te bieden en gevolgen voor niet-ontvankelijkheid van het OM in strafvervolging
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was eerder door de Politierechter veroordeeld voor het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, waarbij hij een nabootsing van een pistool in zijn bezit had. De verdediging stelde dat het Openbaar Ministerie (OM) niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat de officier van justitie had nagelaten een transactie aan te bieden, zoals voorgeschreven door de geldende richtlijnen. Het Hof had echter geoordeeld dat het verzuim om een transactie aan te bieden niet automatisch leidde tot niet-ontvankelijkheid van het OM, mits bijzondere omstandigheden dit toelieten.
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof. Het verzuim om een transactie aan te bieden kan in bepaalde gevallen worden gecompenseerd door de straf die ter terechtzitting door het OM wordt gevorderd. In dit geval had de advocaat-generaal een voorwaardelijke geldboete van 100 euro gevorderd, wat lager was dan het transactieaanbod van 132 euro dat volgens de richtlijnen gedaan had moeten worden. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had vastgesteld dat het verzuim voldoende was gecompenseerd door de lagere strafvordering.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat er geen grond was voor cassatie. De uitspraak benadrukt het belang van de richtlijnen voor het OM, maar ook dat niet elk verzuim automatisch leidt tot niet-ontvankelijkheid, afhankelijk van de omstandigheden van het geval.