ECLI:NL:HR:2005:AU2675
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Hogere straf opgelegd dan door de Advocaat-Generaal gevorderd in verkeerszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder door het Hof veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 10 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De Advocaat-Generaal had echter een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, een geldboete van € 300,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid gevorderd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een zwaardere straf had opgelegd dan door de AG was gevorderd, zonder de bijzondere redenen hiervoor op te geven, wat in strijd is met de wet. Dit verzuim leidde tot de nietigheid van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling. De Hoge Raad verwierp het beroep voor het overige. De zaak betreft een overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij de verdachte betrokken was bij een ongeval dat lichamelijk letsel veroorzaakte.