ECLI:NL:HR:2005:AU2410
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad van een waterschap jegens bollenkwekers door waterpeil in een vorstperiode
In deze zaak hebben de eiseressen, bollenkwekers, het Waterschap aangeklaagd wegens onrechtmatige daad. De eiseressen vorderden schadevergoeding omdat het Waterschap het waterpeil in een vorstperiode had verhoogd, wat schade aan hun bolgewassen zou hebben veroorzaakt. De zaak begon met een dagvaarding op 2 mei 1995, waarna de rechtbank te 's-Gravenhage op 16 april 1997 de vorderingen van de eiseressen afwees. Hierop volgde hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 14 februari 2002 de eiseressen tot bewijslevering toeliet. Na getuigenverhoor bevestigde het hof het eerdere vonnis. De eiseressen gingen in cassatie tegen dit arrest, waarbij de Hoge Raad op 9 december 2005 het beroep verwierp. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten van de eiseressen niet tot cassatie konden leiden, en dat verdere motivering niet nodig was omdat de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling opriepen. De Hoge Raad veroordeelde de eiseressen in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van het Waterschap werden begroot op € 359,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.