ECLI:NL:HR:2005:AU1738
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- H.A.M. Aaftink
- E.J. Numann
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsdaad en rechtmatigheid van besluiten van de minister van LNV inzake melkquotum
In deze zaak heeft eiser, een melkveehouder, de Staat der Nederlanden aangeklaagd wegens onrechtmatige overheidsdaad. Eiser vorderde schadevergoeding en stelde dat de besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (voorheen Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) in strijd waren met het Europese Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) en de Beschikking superheffing. De rechtbank te 's-Gravenhage verklaarde eiser niet-ontvankelijk in zijn vorderingen en wees de overige vorderingen af. Eiser ging in hoger beroep, maar het gerechtshof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en wees de gewijzigde vorderingen af. Eiser stelde dat de minister onrechtmatig had gehandeld door hem geen melkquotum toe te kennen en dat de rechtsgang naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB) niet voldeed aan de eisen van een onafhankelijk tribunal zoals bedoeld in artikel 6 EVRM.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof terecht had geoordeeld dat het bewijsaanbod van eiser om getuigen te horen niet ter zake dienend was. De Hoge Raad verwierp het beroep en oordeelde dat de minister in redelijkheid tot zijn besluiten had kunnen komen. De Hoge Raad veroordeelde eiser in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest bevestigt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de belangen van de betrokken partijen en de eisen van de wet bij het toekennen van schadevergoeding in het kader van onrechtmatige overheidsdaad.