ECLI:NL:HR:2005:AU0876
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de mogelijkheid tot mondelinge toelichting door belanghebbende in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 6 augustus 2003, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000. De aanslag was opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 61.178 en werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft belanghebbende cassatie ingesteld en enkele klachten aangevoerd.
Belanghebbende verzocht om zijn zaak mondeling toe te lichten, maar de Griffier van de Hoge Raad wees hem erop dat dit alleen kon gebeuren door een advocaat. Ondanks herhaalde waarschuwingen volhardde belanghebbende in zijn verzoek. De Hoge Raad oordeelde dat, gelet op artikel 29c, lid 1, eerste volzin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, het verzoek om persoonlijke mondelinge toelichting niet kon worden ingewilligd.
De Hoge Raad beoordeelde de klachten van belanghebbende en concludeerde dat deze niet tot cassatie konden leiden. Dit was in overeenstemming met artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering nodig is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad achtte ook geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep ongegrond. Dit arrest is uitgesproken op 12 augustus 2005 door de raadsheer L. Monné als voorzitter, samen met de raadsheren A.R. Leemreis en C.J.J. van Maanen, in aanwezigheid van waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma.