ECLI:NL:HR:2005:AT9453

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/129HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie van Futura B.V. en Hagelunie N.V. tegen Hamworthy Benelux B.V. en [Verweerster 1]

In deze zaak hebben de eiseressen tot cassatie, Futura B.V. en Hagelunie N.V., op 24 november 1995 verweersters in cassatie, [Verweerster 1] en Hamworthy Benelux B.V., gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage. De eiseressen vorderden onder andere een bedrag van ƒ 129.217,99 van Futura en ƒ 296.300,78 van Hagelunie, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft op 17 september 1996 [Verweerster 1] toegelaten Hamworthy in vrijwaring op te roepen. Uiteindelijk heeft de rechtbank op 24 november 1999 de vorderingen afgewezen en eiseressen in de kosten van de procedure veroordeeld.

Futura c.s. hebben hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 15 januari 2004 het bestreden vonnis heeft bekrachtigd. Tegen dit arrest hebben Futura c.s. cassatie ingesteld, terwijl [Verweerster 1] voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep heeft ingesteld. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekte tot verwerping van het principale beroep.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten in de middelen van het principale beroep niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwerpt het principale beroep en veroordeelt Futura c.s. in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [Verweerster 1] en Hamworthy zijn begroot op respectievelijk € 5.740,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop en F.B. Bakels, en openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 9 september 2005.

Uitspraak

9 september 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/129HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. FUTURA B.V.,
gevestigd te De Lier,
2. HAGELUNIE N.V.,
gevestigd te Leidschendam,
EISERESSEN tot cassatie, voorwaardelijk
incidenteel verweersters,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
1. [Verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie, voorwaardelijk
incidenteel eiseres,
advocaat: mr. J. van Duijvendijk-Brand,
e n
2. HAMWORTHY BENELUX B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.H. van der Woude.
1. Het geding in feitelijke instanties
Eiseressen tot cassatie - verder afzonderlijk te noemen: Futura en Hagelunie, dan wel gezamenlijk: Futura c.s. - hebben bij exploot van 24 november 1995 verweersters in cassatie - verder afzonderlijk te noemen: [verweerster 1] en Hamworthy, dan wel gezamenlijk: [verweerster] c.s. - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [verweerster] c.s. hoofdelijk te veroordelen om te voldoen aan:
a. Futura een bedrag van ƒ 129.217,99, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 1994 althans de datum van dagvaarding tot die der algehele voldoening, en
b. Hagelunie een bedrag van ƒ 296.300,78, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 1994 althans de datum van dagvaarding tot die der algehele voldoening.
[Verweerster 1] heeft een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring van Hamworthy genomen.
Nadat Futura c.s. zich in het incident hadden gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en Hamworthy de incidentele vordering had bestreden, heeft de rechtbank bij vonnis van 17 september 1996 [verweerster 1] toegelaten Hamworthy in vrijwaring op te roepen en de hoofdzaak naar de rol verwezen voor voortprocederen.
[Verweerster] c.s. hebben de vordering bestreden.
De rechtbank heeft bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 24 november 1999 de vorderingen afgewezen en Futura c.s. in de kosten van deze procedure aan de zijde van [verweerster] c.s. veroordeeld.
Tegen het vonnis van 24 november 1999 hebben Futura c.s. bij het gerechtshof te 's-Gravenhage hoger beroep ingesteld. [Verweerster] c.s. hebben (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij arrest van 15 januari 2004 heeft het hof in het principaal en het incidenteel appel het bestreden vonnis bekrachtigd en Futura c.s. in de kosten van het geding in het principaal appel aan de zijde van [verweerster] c.s. veroordeeld.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben Futura c.s. beroep in cassatie ingesteld. [Verweerster 1] heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende het voorwaardelijk incidentele beroep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Hamworthy heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep en Futura c.s. en [verweerster 1] hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van elkaars beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Spier strekt tot verwerping van het principale beroep.
3. Beoordeling van de middelen in het principale beroep
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu de middelen in het principale beroep falen, komt het middel in het voorwaardelijk incidentele beroep niet aan de orde.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt Futura c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster 1] begroot op € 5.740,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris en aan de zijde van Hamworthy begroot op € 5.740,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 9 september 2005.