ECLI:NL:HR:2005:AT9095
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Herstelarrest in cassatie wegens administratieve vergissing bij betekening aanzegging
In deze zaak gaat het om een herstelarrest van de Hoge Raad der Nederlanden, uitgesproken op 4 oktober 2005. De zaak betreft een verdachte die eerder op 25 januari 2005 niet-ontvankelijk was verklaard in zijn cassatieberoep, omdat er geen tijdige schriftuur was ingediend door een daartoe gemachtigde advocaat. Dit was het gevolg van een administratieve vergissing, waarbij ten onrechte werd aangenomen dat de verdachte geen raadsman had. Na ontdekking van deze vergissing, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de verdachte geen eerlijke behandeling van zijn zaak heeft gehad. De plaatsvervangend Procureur-Generaal Fokkens heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de eerdere uitspraak moet herstellen, gezien de ernst van de juridische gevolgen van de administratieve tekortkoming. De Hoge Raad heeft besloten dat de verdachte alsnog ontvankelijk is in zijn beroep, en het bestreden arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 30 januari 2004 is vernietigd. De zaak wordt terugverwezen voor herbehandeling.
De verdachte was ten tijde van de betekening gedetineerd in de Inrichting voor Dagdetentie "De Berg" te Arnhem. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte zelf, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.P. Snorn. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 oktober 2002 samen met een ander een caravan heeft weggenomen, wat heeft geleid tot de eerdere veroordeling door het Hof. De Hoge Raad heeft de getuigenverklaring van de hoofdagent Van Looijengoed als voldoende overtuigend beschouwd en het verweer van de verdachte verworpen. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad geen grond gevonden om de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen, en is de beslissing van het Hof in stand gebleven.