ECLI:NL:HR:2005:AT8992
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Overschrijding maximumsnelheid en beroep op verontschuldigbare dwaling
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, waarbij de verdachte was veroordeeld voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom. De verdachte stelde dat hij niet kon weten dat hij zich nog binnen de bebouwde kom bevond, en voerde aan dat er onduidelijkheid bestond over de geldende maximumsnelheid. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof niet voldoende gemotiveerd had beslist op dit verweer, wat noodzakelijk was om de rechtszekerheid te waarborgen. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van een duidelijke en gemotiveerde beslissing door de lagere rechters, vooral in zaken waar de verdachte zich beroept op verontschuldigbare dwaling. De zaak illustreert ook de noodzaak voor rechters om expliciet in te gaan op verweren die door de verdediging worden aangevoerd, om zo te voorkomen dat de rechtsgang wordt aangetast.