ECLI:NL:HR:2005:AT8330
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de betekenis van 'in strijd met zijn plicht' in de Antilliaanse strafwetgeving
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 september 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, geboren op Curaçao, was aangeklaagd voor het medeplegen van valsheid in geschrifte en het doen van een gift aan ambtenaren met het oogmerk hen te bewegen in strijd met hun plicht te handelen. De tenlastelegging betrof onder andere het geven van geldbedragen aan ambtenaren om hen te bewegen om bepaalde projecten te gunnen aan een aannemingsmaatschappij, [A] N.V., waarbij de verdachte als adviseur van de Gedeputeerden van een politieke partij betrokken was.
Het Hof had geoordeeld dat de term 'in strijd met zijn plicht', ontleend aan artikel 183 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen, ook feitelijke betekenis heeft. Dit oordeel werd door de Hoge Raad bevestigd, waarbij werd gesteld dat de dagvaarding voldeed aan de eisen van artikel 285 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen. De Hoge Raad oordeelde dat de tenlastelegging voldoende duidelijk was, ondanks dat er geen feitelijke uitwerking was opgenomen van wat 'in strijd met zijn plicht' precies inhield.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat geen van de ingediende middelen tot cassatie kon leiden. De uitspraak van het Hof werd daarmee bevestigd, en de verdachte werd veroordeeld tot twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor ambtenaren om zich te houden aan hun plichten en de gevolgen van het schenden van deze plichten, vooral in het kader van corruptie en omkoping.