ECLI:NL:HR:2005:AT8188
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over motiveringsgebrek bij vervangingsvoornemen in vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. te Z (België) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 maart 2004, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1998. De aanslag, opgelegd naar een belastbaar bedrag van ƒ 3.497.243, werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof een motiveringsgebrek heeft vertoond met betrekking tot het oordeel over het vervangingsvoornemen van belanghebbende. Het Hof had moeten motiveren waarom het oordeel dat belanghebbende haar vervangingsvoornemen niet aannemelijk heeft gemaakt, stand kon houden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en dient de Staat het griffierecht van € 409 te vergoeden aan belanghebbende. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 24 juni 2005.