ECLI:NL:HR:2005:AT8182
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Beperking cassatieberoep ingevolge artikel 30, lid 4, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen in relatie tot artikel 26 IVBPR
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 juni 2005 uitspraak gedaan in een cassatieberoep van X B.V. tegen een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De zaak betreft de intrekking van een S&O-verklaring door de Minister van Economische Zaken, welke intrekking op 27 augustus 2001 plaatsvond. De Minister verklaarde het bezwaar van belanghebbende tegen deze intrekking op 18 december 2001 ongegrond. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het College, dat op 19 november 2003 de uitspraak deed dat het beroep ongegrond was. Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de klachten van belanghebbende tegen de uitspraak van het College behandeld. De eerste klacht betrof de beperking van het cassatieberoep ingevolge artikel 30, lid 4, van de Wet, die volgens belanghebbende in strijd zou zijn met artikel 26 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). De Hoge Raad oordeelde dat belanghebbende niet ongelijk behandeld werd ten opzichte van andere belastingplichtigen die beroep in cassatie instellen tegen uitspraken van een gerechtshof. De rechtsgang voor beslissingen van de Minister is namelijk gelijk aan die voor andere S&O-inhoudingsplichtigen.
De tweede klacht werd door de Hoge Raad verworpen zonder verdere motivering, omdat deze niet leidde tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. De Hoge Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten en verklaarde het beroep ongegrond. Deze uitspraak bevestigt de geldigheid van de wettelijke bepalingen omtrent de S&O-verklaring en de rechtsgang die daarbij gevolgd moet worden.