ECLI:NL:HR:2005:AT8128
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking tot voorlopige machtiging in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 juli 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de beschikking van de rechtbank Dordrecht van 17 februari 2005. De zaak betreft een verzoek van de Officier van Justitie tot het verlenen van een voorlopige machtiging voor het verblijf van de verzoeker in een psychiatrisch ziekenhuis. De rechtbank had de machtiging verleend zonder de verzoeker te horen, wat in strijd is met de wettelijke hoorplicht zoals vastgelegd in artikel 8 lid 1 van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz). De verzoeker was op de zitting van 17 februari 2005 afwezig, en de rechtbank had niet vastgesteld dat hij op de hoogte was van de zitting of dat hij niet bereid was om te verschijnen. De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom de verzoeker niet was gehoord en dat de beslissing om de machtiging te verlenen niet in stand kon blijven. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en verwees de zaak terug voor verdere behandeling. Deze uitspraak benadrukt het belang van de hoorplicht in procedures die de vrijheid van een persoon kunnen aantasten, en dat de rechter zorgvuldig moet motiveren waarom een betrokkene niet is gehoord.