ECLI:NL:HR:2005:AT7344
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake verduistering door een werknemer
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2005 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Rechtbank te Amsterdam. De aanvrager, veroordeeld voor medeplegen van verduistering, had een gevangenisstraf van twee jaren opgelegd gekregen. De Rechtbank had ook een betalingsverplichting aan de benadeelde partij opgelegd. De aanvrage tot herziening was ingediend door mr. M. Dorgelo, advocaat te Amsterdam, namens de aanvrager, die in 1972 was geboren en woonachtig was in [woonplaats].
De Hoge Raad beoordeelde de aanvrage op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering. Volgens artikel 457 Sv kan een herziening alleen worden aangevraagd op basis van nieuwe bewijsmiddelen die niet tijdens de oorspronkelijke rechtszitting zijn gepresenteerd. De aanvrage tot herziening moet ook een opgave van deze bewijsmiddelen bevatten. In dit geval ontbrak een dergelijke opgave in de aanvrage, waardoor de Hoge Raad oordeelde dat de aanvrage niet-ontvankelijk was.
De Hoge Raad verklaarde de aanvrage tot herziening niet-ontvankelijk, wat betekent dat de eerdere veroordeling van de aanvrager in stand blijft. Dit arrest benadrukt het belang van het indienen van voldoende bewijs bij een herzieningsverzoek en de strikte eisen die daaraan worden gesteld.