ECLI:NL:HR:2005:AT7343

Hoge Raad

Datum uitspraak
31 mei 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00679/05 H
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • F.H. Koster
  • J.W. Ilsink
  • W.M.E. Thomassen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam inzake diefstal en bedreiging

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2005 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam. De aanvrager, geboren op Curaçao in 1969 en domicilie kiezende te [woonplaats], was eerder veroordeeld voor diefstal en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De Politierechter had hem een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week en een werkstraf van dertig uren opgelegd. De aanvrage tot herziening was ingediend door mr. H.M. Dunsbergen, advocaat te Goes, en berustte op de stelling dat de aanvrager de feiten waarvoor hij was veroordeeld niet had gepleegd, omdat hij op de pleegdatum, 11 oktober 2004, niet in Nederland maar in de Nederlandse Antillen was. De aanvrager stelde dat er sprake was van een persoonsverwisseling.

De Hoge Raad beoordeelde de aanvrage en stelde vast dat de bij de aanvrage overgelegde stukken geen steun boden voor de stelling van de aanvrager. Er was geen bewijs dat de aanvrager op de pleegdatum niet in Nederland was. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage kennelijk ongegrond was en wees deze af. De uitspraak werd gedaan door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, samen met de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in aanwezigheid van de waarnemend griffier G.J.M. van Wijk.

Uitspraak

31 mei 2005
Strafkamer
nr. 00679/05 H
SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Rotterdam, van 3 december 2004, nummer 10/012988-04, ingediend door mr. H.M. Dunsbergen, advocaat te Goes namens:
[Aanvrager], geboren op Curaçao op [geboortedatum] 1969, domicilie kiezende te [woonplaats].
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
De Politierechter heeft de aanvrager ter zake van "diefstal en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht" veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week en een werkstraf voor de duur van dertig uren.
2. De aanvrage tot herziening
De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvrage
3.1. Als grondslag voor een herziening kunnen, voorzover hier van belang, krachtens het eerste lid, aanhef en onder 2° van art. 457 Sv slechts dienen een of meer door een opgave van bewijsmiddelen gestaafde omstandigheden die bij het onderzoek op de terechtzitting niet zijn gebleken en die het ernstig vermoeden wekken dat, waren zij bekend geweest, het onderzoek der zaak zou hebben geleid hetzij tot vrijspraak van de veroordeelde, hetzij tot ontslag van rechtsvervolging, hetzij tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot toepasselijkverklaring van een minder zware strafbepaling.
3.2. De aanvrage berust op de stelling dat de verdachte de feiten waarvoor hij is veroordeeld niet heeft gepleegd omdat hij op de pleegdatum, 11 oktober 2004, niet in Nederland maar in de Nederlandse Antillen was. Volgens hem is sprake van een persoonsverwisseling. De bij de aanvrage overgelegde stukken bieden geen steun voor de juistheid van de stelling waarop de aanvrage berust. Dat de aanvrager op de pleegdatum niet in Nederland was, blijkt daaruit niet. De aanvrage moet dan ook als kennelijk ongegrond worden afgewezen.
4. Beslissing
De Hoge Raad wijst de aanvrage af.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier G.J.M. van Wijk, en uitgesproken op 31 mei 2005.