ECLI:NL:HR:2005:AT7342
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake overtreding van het Binnenvaartpolitiereglement
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 31 mei 2005 uitspraak gedaan over een aanvrage tot herziening van een eerder vonnis van de Kantonrechter te Zwolle-Lelystad. De aanvrager was veroordeeld tot een geldboete van € 103,- voor een overtreding van het Binnenvaartpolitiereglement (artikel 8.01/1 BPR). De aanvrage tot herziening was gebaseerd op de stelling dat er nieuwe omstandigheden waren die niet tijdens de oorspronkelijke rechtszitting aan het licht waren gekomen. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling aangegeven dat voor een herziening, volgens artikel 457 van het Wetboek van Strafvordering, nieuwe bewijsmiddelen moeten worden overlegd die het ernstig vermoeden wekken dat, indien deze bewijsmiddelen eerder bekend waren geweest, de uitkomst van de zaak anders zou zijn geweest. De aanvrage tot herziening voldeed niet aan deze eisen, omdat er geen opgave van bewijsmiddelen was bijgevoegd die de gestelde nieuwe omstandigheden konden onderbouwen. Hierdoor kon de aanvrage niet worden ontvangen. De Hoge Raad heeft de aanvrage tot herziening dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende onderbouwing bij een herzieningsverzoek en de strikte eisen die daaraan worden gesteld.