ECLI:NL:HR:2005:AT7301
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vrijspraak en veroordeling voor seksuele misdrijven
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, geboren op Curaçao in 1955, was gedetineerd in het Huis van Bewaring op Curaçao ten tijde van het cassatieberoep. Het Hof had de verdachte in hoger beroep vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar hem wel veroordeeld tot zes jaren gevangenisstraf voor feitelijke aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, meermalen gepleegd. De benadeelde partij had een vordering ingediend, die gedeeltelijk werd toegewezen tot een bedrag van NAF 7.500,-. De verdachte heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. Spong uit Amsterdam.
De Hoge Raad heeft de klacht van de verdachte verworpen, die stelde dat het tenlastegelegde onvoldoende feitelijk was omschreven, omdat niet was vermeld uit welke gedragingen het seksueel binnendringen had bestaan. De Hoge Raad oordeelde dat het begrip seksueel binnendringen voldoende feitelijke betekenis heeft en dat de klacht faalt. De overige middelen van cassatie konden ook niet tot cassatie leiden, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen grond was voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken op 28 juni 2005 door de vice-president en de raadsheren, in aanwezigheid van de waarnemend griffier.