ECLI:NL:HR:2005:AT7218
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Cassatie over taxatierapport en processtukken in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 juni 2003, betreffende de beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken. De heffingsambtenaar van de gemeente Doorn had de waarde van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z vastgesteld op ƒ 585.000 (€ 265.461) voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004. Na bezwaar van belanghebbende handhaafde de heffingsambtenaar deze beschikking. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde, de uitspraak van de ambtenaar vernietigde en de waarde verminderde tot ƒ 572.500 (€ 259.789).
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof in zijn uitspraak niet heeft gereageerd op het verzuim van de heffingsambtenaar om het taxatierapport, dat opgemaakt was door ingenieursbureau "D", in te dienen. Dit rapport was een op de zaak betrekking hebbend stuk in de zin van artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht. Het Hof had dit verzuim moeten erkennen, aangezien belanghebbende hierop had gewezen. De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van het Hof en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens gelast de Hoge Raad dat de gemeente Doorn het griffierecht van € 87 aan belanghebbende vergoedt.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van het indienen van relevante processtukken door de heffingsambtenaar en de noodzaak voor het Hof om deze verzuimen te adresseren. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 10 juni 2005.