ECLI:NL:HR:2005:AT7211
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Discriminatie bij vermogensbelasting en anticumulatieregeling voor minderjarigen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 31 mei 2002, betreffende de afwijzing van een verzoek om teruggaaf van vermogensbelasting over het jaar 1999. De Inspecteur had het verzoek afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarop belanghebbende cassatie instelde. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, en belanghebbende een conclusie van repliek.
Het Hof oordeelde dat de wettelijke uitsluiting van bepaalde minderjarige belastingplichtigen bij de anticumulatieregeling in strijd is met het discriminatieverbod van artikel 14 van het EVRM en artikel 26 van het IVBPR. Het Hof concludeerde echter dat de wetgever een objectieve en gerechtvaardigde maatregel heeft getroffen om het ontgaan van vermogensbelasting tegen te gaan. De Hoge Raad oordeelde dat de regeling niet in strijd is met de genoemde artikelen, en dat de wetgever binnen zijn beoordelingsvrijheid is gebleven.
De Hoge Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door vice-president A.G. Pos en de raadsheren L. Monné, A.R. Leemreis, C.J.J. van Maanen en C.A. Streefkerk, en openbaar uitgesproken op 10 juni 2005.