ECLI:NL:HR:2005:AT6856
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot opheffing faillissement en toepassing schuldsaneringsregeling na intrekking surséance van betaling
In deze zaak gaat het om een verzoek tot opheffing van een faillissement en de toepassing van de schuldsaneringsregeling voor een natuurlijke persoon die een zelfstandig beroep uitoefent. De verzoeker, die eerder surséance van betaling had gekregen, werd op 26 november 2002 in staat van faillissement verklaard door de rechtbank te Haarlem. Op 24 juni 2004 verzocht hij de rechtbank om het faillissement op te heffen en tegelijkertijd de schuldsaneringsregeling toe te passen. De rechtbank wees dit verzoek af, omdat zij vreesde dat de verzoeker zijn verplichtingen tijdens de schuldsaneringsregeling niet zou nakomen. Het gerechtshof te Amsterdam verklaarde de verzoeker niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep tegen deze beslissing.
In cassatie werd de vraag aan de orde gesteld of de verzoeker recht had op de toepassing van de schuldsaneringsregeling, ondanks dat zijn faillissement niet op eigen aangifte was uitgesproken. De Hoge Raad oordeelde dat artikel 15b van de Faillissementswet (Fw) enkel van toepassing is in gevallen waarin het faillissement op eigen aangifte is uitgesproken of door een schuldeiser is aangevraagd. De Hoge Raad bevestigde dat de wetgever het niet wenselijk achtte dat een schuldenaar die voor surséance had gekozen, na een bepaalde periode alsnog de mogelijkheid zou hebben om de schuldsaneringsregeling aan te vragen.
De Hoge Raad concludeerde dat de rechtbank en het hof terecht hadden geoordeeld dat de verzoeker niet kon worden ontvangen in zijn verzoek tot opheffing van het faillissement en de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Het beroep werd verworpen, en de beslissing van het hof bleef in stand. Dit arrest biedt belangrijke inzichten in de toepassing van de Faillissementswet, met name in situaties waarin een schuldenaar eerder surséance van betaling heeft verkregen en vervolgens in faillissement wordt verklaard.