ECLI:NL:HR:2005:AT6854
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Cassatie over echtscheiding en ouderlijk gezag
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een echtscheiding en de daarbij behorende verzoeken omtrent het ouderlijk gezag en alimentatie. De vrouw had in 1997 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank te Utrecht om echtscheiding en had daarbij verschillende verzoeken gedaan, waaronder het verkrijgen van het uitsluitend gezag over de kinderen en alimentatie van de man. De man had hiertegen verweer gevoerd en zelf ook verzoeken ingediend, waaronder het gezamenlijk ouderlijk gezag en het gebruik van de echtelijke woning.
De rechtbank heeft op 16 december 1998 de echtscheiding uitgesproken en het ouderlijk gezag aan de vrouw toegewezen. De man heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam, waar ook de vrouw incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. In de daaropvolgende jaren zijn er meerdere beschikkingen geweest, waaronder een omgangsregeling en een wijziging van de alimentatieverplichtingen.
Uiteindelijk heeft het hof op 24 juni 2004 de alimentatie voor de kinderen vastgesteld en de beschikking van de rechtbank gedeeltelijk bekrachtigd. De man heeft cassatie ingesteld tegen deze beschikking. De Hoge Raad heeft de klachten van de man in het cassatiemiddel beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof bevestigd en het beroep verworpen, zonder dat verdere motivering noodzakelijk was, aangezien de klachten geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten.