ECLI:NL:HR:2005:AT6835
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake een geschil over een overeenkomst tot levering van planten
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [Eiser] en [Verweerster], handelende onder de naam Merite Breeding. De zaak begon met een vordering van [Verweerster] tegen [Eiser] voor een bedrag van € 69.245,21, vermeerderd met contractuele rente, wegens een geschil over een overeenkomst tot levering van planten. [Eiser] heeft de vordering bestreden en in reconventie de ontbinding van de overeenkomst gevorderd, met een schadevergoeding van € 33.468,75, vermeerderd met wettelijke rente.
De rechtbank te 's-Gravenhage heeft op 2 oktober 2002 in conventie [Eiser] veroordeeld tot betaling aan [Verweerster] van € 43.993,99, en in reconventie de overeenkomst ontbonden, waarbij [Verweerster] werd veroordeeld tot betaling aan [Eiser] van € 6.194,10. Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld, maar het gerechtshof te 's-Gravenhage heeft op 1 april 2004 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd.
Hierop heeft [Eiser] cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de klachten in de cassatieprocedure beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [Eiser] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [Verweerster] zijn begroot op € 1.391,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman.