ECLI:NL:HR:2005:AT6832
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over onderhoudskosten voor openbaar toegankelijke groenvoorzieningen
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen de Stichting Volkshuisvestinggroep Woonbron en een huurster, aangeduid als [verweerster]. De huurster heeft Woonbron gedagvaard voor de kantonrechter te Rotterdam, waarbij zij vorderingen heeft ingesteld met betrekking tot de bijdrage voor het onderhoud van een gemeenschappelijke tuin. De huurster stelt dat de bijdrage onverschuldigd is, omdat de groenvoorziening een openbaar karakter heeft en zij hieruit geen genot ontleent op basis van de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft op 5 december 2002 in conventie de vordering van de huurster toegewezen, maar de vorderingen van Woonbron in reconventie afgewezen. Woonbron heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat op 23 april 2004 het vonnis van de kantonrechter heeft bekrachtigd. Woonbron heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen dit arrest. De Hoge Raad heeft op 7 oktober 2005 het beroep in cassatie verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het cassatiemiddel niet tot cassatie kunnen leiden, en dat er geen nadere motivering nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Woonbron is in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld.