ECLI:NL:HR:2005:AT6370
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- H.A.M. Aaftink
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtsgevolgen van een onderzoek door de Europese Commissie naar overheidssteun in de bouw van een voetbalstadion
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Gemeente Alkmaar tegen een arrest van het gerechtshof te Amsterdam. De Gemeente was in kort geding gedagvaard door de Bedrijvenvereniging Huiswaard/Overstad en andere verweerders, die vorderden dat de Gemeente zou worden verboden om overeenkomsten met Stichting AZ en AZ Vastgoed B.V. uit te voeren totdat de Europese Commissie op de hoogte was gesteld van de verleende overheidssteun. De voorzieningenrechter had de vordering van Overstad c.s. afgewezen, maar het hof vernietigde dit vonnis en beval de Gemeente om de uitvoering van de overeenkomsten op te schorten totdat de procedure van artikel 88 lid 2 EG tot een eindbeslissing had geleid.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad stelt dat artikel 88 lid 3 EG alleen van toepassing is op maatregelen die als steunmaatregelen moeten worden aangemerkt. De Gemeente had betoogd dat de overeenkomsten geen steunmaatregelen zijn en dat de Europese Commissie niet heeft vastgesteld dat er sprake is van staatssteun. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak voor nationale rechters om zorgvuldig te beoordelen of een maatregel als steunmaatregel kan worden gekwalificeerd voordat de uitvoering ervan kan worden verboden. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van het gemeenschapsrecht en de rol van de Europese Commissie in het toezicht op staatssteun.