ECLI:NL:HR:2005:AT5904
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- J.W. van den Berge
- Rechtspraak.nl
Winstuitdeling en waardebepaling van onroerende zaken in vennootschapsbelastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 juni 2003, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1993. De belanghebbende, X B.V., kreeg een aanslag opgelegd van ƒ 1.961.796, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag tot ƒ 954.440. De belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelde dat de verkoop van de economische eigendom van onroerende zaken door de belanghebbende aan F c.s. een uitdeling van winst inhield. De Inspecteur had de waarde van de onroerende zaken vastgesteld op basis van een taxatierapport, maar het Hof had geoordeeld dat de prijs die voor de aandelen was betaald niet als maatgevend kon worden beschouwd voor de beoordeling van de verkoopprijs van de onroerende zaken. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht en de proceskosten, en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
De Hoge Raad gelastte ook dat de Staat het griffierecht van € 348 aan de belanghebbende vergoedt en veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie, vastgesteld op € 644 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 20 mei 2005.