ECLI:NL:HR:2005:AT5892
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- Rechtspraak.nl
Aanslag inkomstenbelasting en aftrekbaarheid verhuiskosten in het kader van arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 3 oktober 2002, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De belanghebbende had een belastbaar inkomen van ƒ 68.023 en had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, welke door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende cassatie instelde. De Staatssecretaris van Financiën diende een verweerschrift in, en belanghebbende een conclusie van repliek.
De zaak draait om de vraag of de verhuiskosten van belanghebbende aftrekbaar zijn op basis van artikel 7b van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990. Belanghebbende was in dienst bij een belastingadvieskantoor en verhuisde in 1998, meer dan twee jaar na de aanvaarding van zijn dienstverband. Het Hof oordeelde dat de verhuizing niet in verband stond met de werkzaamheden van belanghebbende, en dat de verhuiskosten daarom niet aftrekbaar waren. Belanghebbende stelde dat de termijn van twee jaar in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, maar de Hoge Raad oordeelde dat de wetgever in redelijkheid tot deze termijn had kunnen komen.
De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en verklaarde het beroep ongegrond. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 20 mei 2005. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.