ECLI:NL:HR:2005:AT5801
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J. de Hullu
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Verwerping van het cassatieberoep inzake schadevergoedingsmaatregel voor minderjarige verdachte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2005 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van een verdachte die was veroordeeld door het Gerechtshof te Leeuwarden. De verdachte was ter zake van 'medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen' veroordeeld tot twee weken jeugddetentie, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, en moest een leerproject volgen van 40 uren. De vordering van de benadeelde partij werd eveneens toegewezen, met een betalingsverplichting voor de verdachte.
De verdachte, geboren in 1988, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij mr. G. Spong als advocaat optrad. De Advocaat-Generaal Jörg concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad beoordeelde het middel dat klaagde over een onjuiste rechtsopvatting van het Hof met betrekking tot de schadevergoedingsmaatregel. Het middel stelde dat de maatregel niet opgelegd had mogen worden aan de verdachte, die op het moment van het bewezenverklaarde feit veertien jaar oud was.
De Hoge Raad oordeelde echter dat de wet en de totstandkomingsgeschiedenis van de schadevergoedingsmaatregel het opleggen aan verdachten van veertien jaar of ouder toestaan. Aangezien het middel niet tot cassatie kon leiden en er geen andere gronden waren om de uitspraak te vernietigen, werd het beroep verworpen. De uitspraak van de Hoge Raad bevestigde de eerdere beslissing van het Gerechtshof en de opgelegde maatregelen aan de verdachte.