ECLI:NL:HR:2005:AT5755
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de nietigverklaring van de dagvaarding in een geweldszaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 september 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die op 14 oktober 2000 te Amsterdam openlijk geweld zou hebben gepleegd tegen goederen door het gooien van een steen. Het Hof had de dagvaarding nietig verklaard op grond van de innerlijke tegenstrijdigheid in de tenlastelegging. De Hoge Raad oordeelde echter dat de verklaring van nietigheid niet terecht was. De Hoge Raad stelde vast dat het plegen van geweld in vereniging niet vereist dat iedere medepleger zelf gewelddadige handelingen verricht. Een significante bijdrage aan het geweld is voldoende, ook als deze bijdrage niet gewelddadig is. De Hoge Raad concludeerde dat de tenlastelegging voldeed aan de eisen van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering en dat de toevoeging van geweld gericht tegen personen niet leidde tot een volledige onduidelijkheid van de tenlastelegging. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en wees de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor herbehandeling.