ECLI:NL:HR:2005:AT5545

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
C04/241HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest van de Hoge Raad inzake een vordering tot betaling door een besloten vennootschap

In deze zaak gaat het om een vordering tot betaling van een bedrag van € 438,55 door de besloten vennootschap Orange Nederland B.V. aan de eiser, die in cassatie is gegaan. De rechtsvoorgangster van de verweerster, Dutchtone N.V., heeft de eiser gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, te Utrecht, na een vermindering van eis. De kantonrechter heeft bij eindvonnis van 14 april 2004 de vordering toegewezen, maar de eiser heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld. De verweerster is niet verschenen in de cassatieprocedure, waarop verstek is verleend. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

Uitspraak

16 september 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/241HR
JMH
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. J.C. Meijroos,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ORANGE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
1. Het geding in feitelijke instantie
De rechtsvoorgangster van verweerster in cassatie Dutchtone N.V. - thans verder te noemen: Orange - heeft bij exploot van 31 maart 2003 eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, te Utrecht, locatie Amersfoort, en na vermindering van eis bij conclusie van repliek gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [eiser] te veroordelen om aan Orange te betalen een bedrag van € 438,55 met rente en kosten.
[Eiser] heeft de vordering bestreden.
Na twee tussenvonnissen van 4 juni 2003 en 7 januari 2004 heeft de kantonrechter bij eindvonnis van 14 april 2004 de in hoofdsom verminderde vordering tot een bedrag van € 438,55 met de contractuele rente toegewezen en het meer of anders gevorderde afgewezen.
Het eindvonnis van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het eindvonnis van de kantonrechter heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en de twee daarna uitgebrachte herstelexploten zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Tegen de niet verschenen Orange is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Orange begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.A.M. Aaftink, als voorzitter, A.M.J. van Buchem-Spapens en W.A.M. van Schendel, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 16 september 2005.