ECLI:NL:HR:2005:AT5545
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake een vordering tot betaling door een besloten vennootschap
In deze zaak gaat het om een vordering tot betaling van een bedrag van € 438,55 door de besloten vennootschap Orange Nederland B.V. aan de eiser, die in cassatie is gegaan. De rechtsvoorgangster van de verweerster, Dutchtone N.V., heeft de eiser gedagvaard voor de rechtbank, sector kanton, te Utrecht, na een vermindering van eis. De kantonrechter heeft bij eindvonnis van 14 april 2004 de vordering toegewezen, maar de eiser heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld. De verweerster is niet verschenen in de cassatieprocedure, waarop verstek is verleend. De Advocaat-Generaal L. Strikwerda heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en de eiser in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op nihil. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten in het middel niet tot cassatie kunnen leiden en dat nadere motivering niet nodig is, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.