ECLI:NL:HR:2005:AT5481
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Kostenveroordeling en gemachtigde commissaris in belastingzaak
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 februari 2004, betreffende de waardering van onroerende zaken. De Hoge Raad behandelt de kwestie van de kostenveroordeling en de rol van de gemachtigde commissaris van belanghebbende. De waarde van de onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z was oorspronkelijk vastgesteld op ƒ 2.939.000, maar na bezwaar door het Hoofd Belastingen van de gemeente Leiden werd deze waarde verlaagd naar ƒ 1.823.570. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de waarde verder verlaagd naar ƒ 1.710.000. Bij deze uitspraak heeft het Hof ook de proceskosten van belanghebbende in rekening gebracht, maar het bedrag vastgesteld op € 322, onder verwijzing naar het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof ten onrechte is afgeweken van de standaardvergoeding voor proceskosten. De Hoge Raad verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van het Hof voor zover deze betrekking heeft op de kosten van het bezwaar en beroep. De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt de gemeente Leiden veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 409 en de kosten van rechtsbijstand van € 644 aan de zijde van belanghebbende. De Hoge Raad benadrukt dat de gemachtigde van belanghebbende, G B.V., niet als commissaris kan worden aangemerkt, aangezien alleen natuurlijke personen deze rol kunnen vervullen. Dit oordeel van het Hof wordt als onbegrijpelijk bestempeld, wat leidt tot de vernietiging van de uitspraak.