ECLI:NL:HR:2005:AT5475
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de onroerendheid van tijdelijke proefbanen en aanverwante werken in het kader van de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de onroerendheid van tijdelijke proefbanen, een brug, heipalen en een hekwerk, die door belanghebbende zijn aangebracht op gehuurde grond voor onderzoek naar funderingstechnieken. De waarde van de onroerende zaken was vastgesteld door de gemeente, maar na bezwaar van belanghebbende werd deze waarde door de inspecteur herzien. Het Hof heeft de waarde verder verlaagd, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Gravendeel heeft cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de werken niet als onroerend kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad stelt dat de bedoeling van de bouwer om de werken tijdelijk met de grond te verenigen, alleen relevant is als deze bedoeling naar buiten kenbaar is. Het Hof heeft nagelaten om deze kenbaarheid te onderbouwen, waardoor het oordeel van het Hof niet in stand kan blijven.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Het verwijzingshof moet opnieuw beoordelen of de werken onroerend zijn, hetzij omdat zij duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij omdat zij bestanddeel van de grond zijn geworden. De Hoge Raad laat de proceskosten voor het verwijzingshof.