ECLI:NL:HR:2005:AT5240
Hoge Raad
- Herziening
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Herziening van een arrest inzake verzekeringsplicht kentekenhouder motorrijtuig
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 mei 2005 uitspraak gedaan over een herzieningsaanvraag van een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De aanvrager was veroordeeld tot een geldboete van € 346,- voor het niet sluiten en in stand houden van een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) voor een motorrijtuig waarvoor hij een kenteken had. De aanvrager stelde dat hij het motorrijtuig op 12 juli 2002 had verkocht en sindsdien niet meer als houder van het voertuig kon worden aangemerkt, waardoor hij niet meer verzekeringsplichtig zou zijn.
De Hoge Raad oordeelde dat de kentekenhouder verzekeringsplichtig blijft zolang het kenteken voor het motorrijtuig aan hem is opgegeven en de geldigheid van het kentekenbewijs niet is geschorst. De enkele verkoop van het motorrijtuig beëindigt de verzekeringsplicht niet. De beschikking van de Belastingdienst, waarin werd gesteld dat de aanvrager niet meer als houder van het motorrijtuig werd aangemerkt, was niet voldoende om aan te nemen dat hij op het moment van de overtreding geen kentekenhouder meer was. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvrage tot herziening ongegrond was en wees deze af.