ECLI:NL:HR:2005:AT5155
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en pachtverplichtingen in cassatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gekomen, zijn eiseressen tot cassatie, [Eiseres 1] en [Eiseres 2], in conflict met verweerder, [Verweerder], over de verplichtingen die voortvloeien uit een pachtovereenkomst. De zaak heeft zijn oorsprong in een vordering van [Verweerder] die eiseressen heeft gedagvaard voor de rechtbank te Alkmaar, waarbij hij hen heeft aangesproken op een bedrag van ƒ 487.124,50, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering afgewezen, maar het gerechtshof te Amsterdam heeft dit vonnis vernietigd en de vordering alsnog toegewezen. Eiseressen hebben vervolgens cassatie ingesteld.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de moeder, [Eiseres 1], in 1998 op de hoogte was van de verplichtingen die haar zoon, de pachter, had jegens [Verweerder]. Het hof had geoordeeld dat de moeder onrechtmatig had gehandeld door het melkquotum aan haar dochter over te dragen, zonder de belangen van [Verweerder] in acht te nemen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof mogelijk een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd door te concluderen dat de moeder onrechtmatig heeft gehandeld, zonder voldoende rekening te houden met de omstandigheden van het geval.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens wordt [Verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor zorgvuldigheid bij de overdracht van pachtverplichtingen en de verantwoordelijkheden die daarmee gepaard gaan.