ECLI:NL:HR:2005:AT4555
Hoge Raad
- Cassatie
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de toepassing van de schuldsaneringsregeling en de beëindiging daarvan
In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van [verzoeker] tegen een arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De achtergrond van de zaak betreft de toepassing van de schuldsaneringsregeling die op 21 april 1999 door het hof is uitgesproken. De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft op 22 januari 2002 een saneringsplan vastgesteld, met een looptijd van vijf jaar, die eindigde op 15 maart 2004. Na een mondelinge behandeling op 19 april 2004 heeft de rechtbank op 12 juli 2004 vastgesteld dat [verzoeker] tekortgeschoten is in de nakoming van verplichtingen uit de schuldsanering. De rechtbank oordeelde dat de schuldsaneringsregeling eindigde op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend werd, maar dat de verplichtingen van de schuldenaar eindigden op 15 maart 2004.
Tegen dit vonnis heeft [verzoeker] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, met het verzoek om de toepassing van de schuldsaneringsregeling te beëindigen met verlening van een schone lei. Het hof heeft de zaak op 19 augustus 2004 behandeld en op 26 augustus 2004 het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. Hierop heeft [verzoeker] cassatie ingesteld. De conclusie van de Advocaat-Generaal L.A.D. Keus was om het beroep te verwerpen.
De Hoge Raad heeft de klachten in de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, en dit arrest is uitgesproken op 8 juli 2005 door de raadsheren H.A.M. Aaftink, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel en vice-president P. Neleman.