ECLI:NL:HR:2005:AT4538
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- J.C. van Oven
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie in civiele zaak over vordering tot betaling en conservatoire beslagen
In deze zaak heeft eiseres tot cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.A. van der Niet, verweerder in cassatie, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J.L.J. Duijsens, een vordering ingesteld bij de rechtbank te 's-Gravenhage. De eiseres vorderde een betaling van ƒ 82.176,27, vermeerderd met wettelijke rente, en de verklaring van waarde van conservatoire beslagen. De rechtbank heeft op 1 februari 1989 de vorderingen toegewezen. Verweerder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, dat in verschillende tussenarresten bewijslevering heeft gelast en deskundigenonderzoek heeft bevolen. Uiteindelijk heeft het hof op 18 februari 2004 het vonnis van de rechtbank vernietigd en verweerder veroordeeld tot betaling van een bedrag van ƒ 20.156,60, met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. Eiseres heeft cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld en de conclusie van de Advocaat-Generaal L. Timmerman, die tot verwerping van het beroep strekte, in overweging genomen. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van verweerder zijn begroot op € 1.191,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in de middelen niet tot cassatie konden leiden, zonder dat nadere motivering nodig was, aangezien de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.