3.2. Bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken bevindt zich een schrijven van de Italiaanse autoriteiten van 7 oktober 2004 inhoudende een verzoek tot uitlevering van de opgeëiste persoon. Bij dit schrijven is de Nederlandse vertaling van het Italiaanse bevel tot aanhouding van de Onderzoeksrechter te Bologna van 8 juni 2004 gevoegd. Dit bevel tot aanhouding, dat zowel betrekking heeft op de opgeëiste persoon als op zijn broer [betrokkene 1], houdt ten aanzien van de omschrijving van de feiten het volgende in:
"1) [Betrokkene 1] en [de opgeëiste persoon] Beschuldigd van de misdrijven bepaald door de art. 110 c.p., 73, 1° en 6° alinea, 80 tweede alinea, DPR 309/90, omdat ze in samenwerking met [betrokkene 3], [betrokkene 4] en [betrokkene 5], zonder de toestemming bepaald door art. 17, in Italië verdovende middelen ingevoerd hebben, volgens tabel 1 (soort: cocaïne, voor een hoeveelheid van 7,431 kg met een actief bestanddeel van 2970,69 gr.); De in beschuldiging gestelden verkochten de cocaïne aan [betrokkene 3], [betrokkene 4] en [betrokkene 5]; ze belastten een koerier (niet geïdentificeerd) met de taak de cocaïne te vervoeren, verborgen in het voertuig (mercedes nummerplaat [...]), die de koerier, bij zijn aankomst te Bologna, aan [betrokkene 3] leverde; Met het bezwarende feit bepaald door art. 80, tweede alinea, dpr 309/90, omwille van de immense hoeveelheid van de verdovende middelen; Met het bezwarende feit bepaald door art. 73, zesde alinea, dpr 309/90, omwille van het aantal betrokken personen. Te Bologna op 19.11.2002.
2) [Betrokkene 1] en [de opgeëiste persoon] Beschuldigd van de misdrijven bepaald door de art. 110 c.p., 73, 1° en 6° alinea, 80 2° alinea, DPR 309/90, omdat ze in samenwerking met [betrokkene 6], [betrokkene 7], [betrokkene 8], zonder de toestemming bepaald door art. 17, meerdere acties met dezelfde misdadige bedoeling uitvoerden, op 28.11.2002 en op 6.12.2002, i.e. twee maal import van cocaïne, voor een hoeveelheid die niet exact werd vastgesteld, maar die overeenstemt met ongeveer 5 kg voor elke import. De in beschuldiging gestelden verkochten de cocaïne aan [betrokkene 6] en [betrokkene 7], ze vonden de koeriers (niet geïdentificeerd), die de verdovende middelen transporteerden, verborgen in het voertuig, en die ze te Bologna aan koeriers leverden; Met het bezwarende feit bepaald door art. 80, tweede alinea, dpr 309/90, omwille van de immense hoeveelheid van de verdovende middelen; Met het bezwarende feit bepaald door art. 73, zesde alinea, dpr 309/90, omwille van het aantal betrokken personen. Te Bologna op 19.11.2002.
3) [Betrokkene 1] Beschuldigd van de misdrijven bepaald door de art. 110 c.p., 73, 1° en 6° alinea, 80 tweede alinea, DPR 309/90, omdat hij in samenwerking met [betrokkene 6], [betrokkene 7], [betrokkene 8], [betrokkene 9], zonder de toestemming bepaald door art. 17, cocaïne importeerde, voor een hoeveelheid die niet exact werd vastgesteld, maar die overeenstemt met ongeveer 5 kg. [betrokkene 1] organiseerde de import op naam van de aankopers [betrokkene 7] en [betrokkene 6]; hij vond een koerier (niet geïdentificeerd) en stuurde [betrokkene 9] naar Italië, opdat hij de koerier zou voorafgaan, om vervolgens toezicht te houden bij het lossen van de lading, om de verdovende middelen te leveren aan de koeriers en het geld te ontvangen. De levering werd niet voltrokken door het feit dat [betrokkene 6], toen hij op het punt stond [betrokkene 9] en de koerier te ontmoeten, om de cocaïne te ontvangen, bang geworden was, overtuigd van het feit dat hij door de politie achtervolgd werd, en hij heeft zich vervolgens verborgen; Bijgevolg heeft [betrokkene 1] [betrokkene 9] en de koerier naar Milaan gestuurd, en in tegenstelling tot de voorafgaande overeenkomsten, eiste hij van de twee aankopers de betaling van de 5 kg op het moment van de levering; [betrokkene 7] gaf op 1.2.2003 30.000 euro, maar slaagde er niet in het overige geld bijeen te krijgen tegen het moment waarop hij te Milaan moest aankomen, zodat de ingevoerde cocaïne tijdens de daaropvolgende dagen door [betrokkene 1] verkocht werd aan derden (niet geïdentificeerd); Met het bezwarende feit bepaald door art. 80, tweede alinea, dpr 309/90, omwille van de immense hoeveelheid van de verdovende middelen; Met het bezwarende feit bepaald door art. 73, zesde alinea, dpr 309/90, omwille van het aantal betrokken personen. Te Bologna op 1.2.2003 voor de import en tijdens de onmiddellijk daaropvolgende dagen voor het doorverkopen.
4) [Betrokkene 1] Beschuldigd van de misdrijven bepaald door de art. 110 c.p., 73, 1° en 6° alinea, 80 tweede alinea, DPR 309/90, omdat hij in samenwerking met [betrokkene 10], [betrokkene 11] en [betrokkene 12], zonder de toestemming bepaald door art. 17, verdovende middelen importeerde uit Nederland op 19.2.2003 (soort, volgens tabel nr. I: cocaïne, voor een hoeveelheid die niet exact werd vastgesteld, maar die overeenstemt met minstens 1,5 kg.). De in beschuldiging gestelde verkocht de cocaïne aan [betrokkene 10], [betrokkene 11] en [betrokkene 12], en leverde ze aan [betrokkene 10], die zorgde voor het transport naar Bologna; Met het bezwarende feit bepaald door art. 73, zesde alinea, dpr 309/90, omwille van het aantal betrokken personen. Te Bologna op 19.2.2003.
5) [Betrokkene 1] Beschuldigd van de misdrijven bepaald door de art. 110 c.p., 73, 1° en 6° alinea, 80 tweede alinea, DPR 309/90, omdat hij in samenwerking met [betrokkene 10], [betrokkene 11] en [betrokkene 12], zonder de toestemming bepaald door art. 17, verdovende middelen uit Nederland importeerde op 14.3.2003 (soort, volgens tabel nr. I:
cocaïne, voor een hoeveelheid die niet exact werd vastgesteld, maar die overeenstemt met minstens 3,5 kg). De in beschuldiging gestelde verkocht de cocaïne aan [betrokkene 10], [betrokkene 11] en [betrokkene 12], hij vond een koerier die voorzag in het transport van de verdovende middelen, verborgen in een voertuig, en in de levering aan de koeriers; Met het bezwarende feit bepaald door art. 80, tweede alinea, dpr 309/90, omwille van de immense hoeveelheid van de verdovende middelen; Met het bezwarende feit bepaald door art. 73, zesde alinea, dpr 309/90, omwille van het aantal betrokken personen. Te Bologna op 14.3.2003.
6) [Betrokkene 1] Beschuldigd van de misdrijven bepaald door de art. 110 c.p., 112 nr. 1 c.p.; 73, 1° en 6° alinea, 80 2° alinea, DPR 309/90, omdat hij in samenwerking met [betrokkene 13], [betrokkene 14], [betrokkene 11], [betrokkene 12], [betrokkene 15] en een Tunesiër (niet geïdentificeerd) met de naam [betrokkene 16], zonder de toestemming bepaald door art. 17, verdovende middelen importeerde uit Nederland op 23.3.2003 (soort: cocaïne, volgens tabel nr. I), vervolgens verdeeld onder [betrokkene 15] en de koeriers [betrokkene 11] en [betrokkene 12]; de hoeveelheid cocaïne in ontvangst genomen door [betrokkene 11] en [betrokkene 12] bedroeg minstens 4,5 kg; de hoeveelheid cocaïne in ontvangst genomen door [betrokkene 15] bedroeg niet minder dan 1 kg; [betrokkene 1] organiseerde de import samen met een Tunesiër (niet geïdentificeerd) genaamd [betrokkene 16]; beiden genoten van de samenwerking met [betrokkene 13] (in België verblijvend), die de koerier [betrokkene 14] vond, die de verdovende middelen transporteerde, verborgen in een voertuig, vanuit Nederland naar Bologna; Daarenboven bereikte [betrokkene 13], in opdracht van de twee leveranciers, op 22.3.2003, Italië in het gezelschap van [betrokkene 12] (die zich naar België begeven had voor onderhandelingen); [betrokkene 13] hield toezicht op de levering van de verdovende middelen in het bezit van [betrokkene 14], die hij samen met [betrokkene 11] en [betrokkene 12] ontmoette; [betrokkene 13] hield de hoeveelheid cocaïne bestemd voor [betrokkene 15] afzonderlijk en gaf hem persoonlijk dat deel op dezelfde dag, 23.3.2003, en ontving in deze context een deel van de betaling; Met het bezwarende feit bepaald door art. 80, tweede alinea, dpr 309/90, omwille van de immense hoeveelheid van de verdovende middelen; Met het bezwarende feit bepaald door art. 73, zesde alinea, dpr 309/90, omwille van het aantal betrokken personen. Te Bologna op 23.3.2003.
7) [Betrokkene 1] Beschuldigd van de misdrijven bepaald door de art. 110 c.p., 112 nr. 1 c.p.; 73, 1° en 6° alinea, 80 2° alinea, DPR 309/90, omdat hij in samenwerking met [betrokkene 13], [betrokkene 14], [betrokkene 11], [betrokkene 12], [betrokkene 15] en een Tunesiër (niet geïdentificeerd) met de naam [betrokkene 16], zonder de toestemming bepaald door art. 17, verdovende middelen uit Nederland importeerde op 5.4.2003 (soort: cocaïne, volgens tabel nr. I), voor een hoeveelheid van 8.616 gr. (met een actief bestanddeel van 1.602 gr.), om te verdelen onder [betrokkene 15] en de koeriers [betrokkene 11] en [betrokkene 12]; [betrokkene 1] organiseerde de import samen met een Tunesiër (niet geïdentificeerd) genaamd [betrokkene 16]; beiden genoten van de samenwerking met [betrokkene 13] (in België verblijvend), die de koerier [betrokkene 14] vond, die de verdovende middelen transporteerde, verborgen in een voertuig, vanuit Nederland naar Bologna; Daarenboven bereikte [betrokkene 13], in opdracht van de twee niet geïdentificeerde leveranciers, Italië op 1.4.2003, waar hij verbleef tot 3.4.2003 om het geld te ontvangen van [betrokkene 12] en [betrokkene 11]; [betrokkene 13] vertrok opnieuw samen met [betrokkene 12] die zich samen met hem naar België begaf om tot een akkoord te komen betreffende de modaliteiten van de import. [Betrokkene 12] keerde terug in Italië op 5.4.2003, om de koerier [betrokkene 14] enkele uren voor te zijn; [Betrokkene 12] was bovendien met de leveranciers overeengekomen om persoonlijk voor het transport aan [betrokkene 15] te zorgen, voor wat zijn deel aan cocaïne betrof; Met het bezwarende feit bepaald door art. 80, tweede alinea, dpr 309/90, omwille van de immense hoeveelheid van de verdovende middelen; Met het bezwarende feit bepaald door art. 73, zesde alinea, dpr 309/90, omwille van het aantal betrokken personen. Te Bologna op 5.4.2003."