ECLI:NL:HR:2005:AT3512
Hoge Raad
- Cassatie
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- F.B. Bakels
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Arrest van de Hoge Raad inzake vordering tot terugbetaling door eiser aan CFA Administratieve Ondersteuning V.O.F.
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], een vordering tot terugbetaling ingesteld tegen de vennootschap onder firma CFA Administratieve Ondersteuning V.O.F. en [verweerster 2]. De vordering is ontstaan uit een geschil over een bedrag van ƒ 87.832,44 dat eiser zou moeten terugbetalen aan de verweersters. Eiser heeft de vordering bestreden en in voorwaardelijke reconventie een bedrag van ƒ 86.670,-- gevorderd van [verweerster 2] en ƒ 85.137,-- van CFA. De rechtbank te 's-Hertogenbosch heeft op 24 juli 2002 in conventie eiser veroordeeld tot betaling van € 39.329,13 aan CFA, met wettelijke rente vanaf 16 maart 1999. De rechtbank heeft de vorderingen in voorwaardelijke reconventie van eiser afgewezen. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof, dat op 24 februari 2004 het vonnis van de rechtbank heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 8 juli 2005 het beroep in cassatie verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, begroot op € 1.251,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten in het middel niet tot cassatie konden leiden, en dat nadere motivering niet nodig was omdat de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.