ECLI:NL:HR:2005:AT3137
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- E.J. Numann
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over alimentatie en arbeidsongeschiktheid na echtscheiding
In deze zaak gaat het om een verzoek tot cassatie van de man, die in hoger beroep was gegaan tegen een beschikking van de rechtbank te Roermond. De man had echtscheiding aangevraagd en daarnaast verzocht om nevenvoorzieningen, waaronder een uitkering voor levensonderhoud voor de vrouw. De rechtbank had op 21 november 2002 de echtscheiding uitgesproken en op 25 juni 2003 bepaald dat de man € 304,-- per maand aan de vrouw moest betalen. De man ging in hoger beroep tegen deze beslissing, maar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch bekrachtigde de beschikking van de rechtbank. De man stelde dat het hof onvoldoende rekening had gehouden met zijn arbeidsongeschiktheid en de daaruit voortvloeiende financiële situatie. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de draagkracht van de man onvoldoende had gemotiveerd en dat het hof de betekenis van de bevindingen van het UWV omtrent de verdiencapaciteit van de man had miskend. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de draagkracht van de alimentatieplichtige, vooral in het licht van arbeidsongeschiktheid en de relevante wetgeving.