ECLI:NL:HR:2005:AT2653
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- J.C. van Oven
- P. Neleman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van cassatieberoep wegens overlijden eiser
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 april 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eiser, laatstelijk wonende te [woonplaats], had beroep in cassatie ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank te Maastricht, waarin de rechtbank op 4 februari 2004 de vervroegde onteigening van percelen kadastraal bekend Gemeente Geleen had uitgesproken. De Gemeente Sittard-Geleen had de eiser gedagvaard en gevorderd om de onteigening te laten plaatsvinden in het belang van de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. De rechtbank had ook een voorschot op de schadeloosstelling vastgesteld en deskundigen benoemd.
De Gemeente heeft in cassatie geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de eiser, die inmiddels was overleden op 27 oktober 1992. De Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent heeft eveneens geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is, aangezien de eiser op het moment van de uitspraak reeds was overleden.
De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van de ontvankelijkheid in cassatieprocedures en de gevolgen van het overlijden van een partij voor de voortzetting van een rechtszaak. Het arrest is openbaar uitgesproken door vice-president P. Neleman en is een belangrijke uitspraak in het civiele recht, specifiek binnen het bestuursrecht en omgevingsrecht.