ECLI:NL:HR:2005:AT2470

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 mei 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
01900/04 J
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de bewezenverklaring van diefstal met wederrechtelijke toe-eigening van een tractor in een parkeergarage

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 mei 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal en vernieling, waarbij hij samen met anderen een tractor had weggenomen uit een afgesloten parkeergarage van Siemens. De bewezenverklaring van de diefstal was gebaseerd op verschillende bewijsmiddelen, waaronder verklaringen van getuigen en videobeelden van de beveiligingscamera. De Hoge Raad oordeelde echter dat de bewezenverklaring, specifiek het onderdeel dat de tractor was weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, niet voldoende kon worden onderbouwd met de gebezigde bewijsmiddelen. De Hoge Raad stelde vast dat de bewijsmiddelen enkel aantonen dat de verdachten met de tractor in de parkeergarage hadden rondgereden, maar niet dat zij de tractor met de intentie van diefstal hadden weggenomen. Hierdoor was de uitspraak van het Hof niet naar de eisen van de wet met redenen omkleed. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak, maar alleen voor wat betreft de beslissingen over de diefstal en de vordering van de benadeelde partij. De zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling. Het beroep werd voor het overige verworpen.

Uitspraak

24 mei 2005
Strafkamer
nr. 01900/04 J
IV/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 23 december 2003, nummer 22/003012-03, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Kinderrechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage van 14 maart 2003 - de verdachte ter zake van 1. "opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen" en 2. "diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak" veroordeeld tot drie weken jeugddetentie, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren met de bijzondere voorwaarde als in het arrest omschreven. Voorts heeft het Hof de vordering van de benadeelde partij toegewezen en aan de verdachte een betalingsverplichting opgelegd een en ander zoals in het arrest vermeld. Voorts is de tenuitvoerlegging gelast van een gedeelte van een voorwaardelijk opgelegde straf, terwijl een andere vordering tot tenuitvoerlegging is afgewezen.
2. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.R. Mantz, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
3. Ambtshalve beoordeling van de bestreden uitspraak
3.1. Ten laste van de verdachte is onder 2 bewezenverklaard dat:
"hij op 30 januari 2003 te ’s-Gravenhage tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een afgesloten ruimte van een parkeergarage (perceel Prins Beatrixlaan 800) heeft weggenomen een tractor merk Kawasaki (type Mule 1000 kleur rood), toebehorende aan het bedrijf Siemens (vestiging Prinses Beatrixlaan 800) zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft door het toegangshek open te breken."
3.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
a. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van T.J.A. Jooren:
"Ik doe aangifte namens Siemens. In de parkeergarage van Siemens aan de Prinses Beatrixlaan 800 te ’s-Gravenhage bevindt zich een afgesloten ruimte waar een tractor staat. Deze tractor staat achter een afgesloten hek in de garage. Op 30 januari 2003 om 23.53 uur was op de beveilingscamera te zien dat er drie jongens in de parkeergarage liepen. Eén jongen stond nabij vorenbedoeld hek op de uitkijk een twee jongens stonden bij het hek zelf. Even later kwam de tractor achteruit het hek uitrijden. Vervolgens was te zien dat de jongens ongeveer 10 minuten op de tractor reden en dat de tractor uiteindelijk vastliep op een luchtkoker in de parkeergarage. De politie heeft de drie jongens daarna aangehouden."
en als relaas van verbalisant:
"Voertuig: merk Kawasaki, type Mule 1000, kleur rood.
Eigenaar: Siemens, Prinses Beatrixlaan 800, ’s-Gravenhage."
b. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van T.J.A. Jooren:
"Het hek waarachter het karretje stond is opengebroken."
c. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren A.S. Goeptar en J.L. Hooper, voorzover inhoudende als relaas van verbalisanten:
"Op 31 januari 2003, omstreeks 00.01 uur, werden wij naar Siemens, gevestigd op de Prinses Beatrixlaan 800 te ’s-Gravenhage, gestuurd alwaar de bewaking op de bewakingscamera had gezien dat een drietal jongeren in een karretje in de parkeergarage rondreed. Ter plaatse aangekomen, zagen wij dat drie jongens uit één van de uitgangen van de parkeergarage van Siemens kwamen lopen. Wij hielden de drie verdachten, waaronder [verdachte], aan."
d. een proces-verbaal van politie, voorzover inhoudende als verklaring van [getuige 1]:
"Ik zag dat u drie jongens aangehouden heeft. Dit zijn de jongens die in de parkeergarage van Siemens in het karretje reden."
e. een proces-verbaal van politie, opgemaakt door de opsporingsambtenaren M.M. Boers en M. van den Broek, voorzover inhoudende als relaas van verbalisanten:
"Wij, verbalisanten, hebben de videoband bekeken die door de aangever Jooren ter beschikking was gesteld. Op de videoband is te zien dat de verdachte [medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [verdachte] - welke laatste een blauwe "Nike" cap op heeft - alledrie bij het opengebroken hek staan. Nadat de verdachte [medeverdachte 2] het hek heeft geopend, betreden de drie verdachten gezamenlijk de ruimte waar het karretje staat. Vervolgens is te zien, dat de verdachte [medeverdachte 1] de kar naar buiten rijdt (30-01-03 te 23:48:44)."
f. de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep, voorzover inhoudende:
"Ik was op 30 januari 2003 op pad met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en we zijn toen bij de parkeergarage van Siemens terechtgekomen. Het klopt dat ik toen een blauwe "Nike" cap op had."
3.3. Aangezien de bewezenverklaring onder 2, voorzover behelzende dat de tractor is weggenomen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, niet kan worden afgeleid uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen nu de bewijsmiddelen voorzover hier van belang slechts inhouden dat de verdachten met de tractor in de parkeergarage van Siemens hebben rondgereden, is de uitspraak niet naar de eis der wet met redenen omkleed.
4. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen andere dan de hiervoor genoemde grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat het middel geen
bespreking behoeft en dat als volgt moet worden beslist.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
Vernietigt de bestreden uitspraak maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde, de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij en de strafoplegging;
Wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en J. de Hullu, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 24 mei 2005.