ECLI:NL:HR:2005:AT2056
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over auteursrecht en openbaarmaking van beschermde werken op internet in de Scientology-zaak
In de zaak van de Church of Spiritual Technology en andere eisers tegen verschillende internetproviders, heeft de Hoge Raad op 16 december 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De eisers, die claimen auteursrecht te hebben op bepaalde werken, hebben de providers aangeklaagd voor het zonder toestemming openbaar maken van deze werken op hun computersystemen. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft in 1999 de vorderingen van de eisers grotendeels toegewezen, maar de providers hebben hoger beroep ingesteld. Het gerechtshof heeft in 2003 het principale beroep verworpen en het incidentele beroep van de providers gegrond verklaard, waardoor de vorderingen tegen hen zijn afgewezen.
Eisers hebben vervolgens cassatie ingesteld, maar tijdens de zitting van de Hoge Raad op 24 juni 2005 hebben zij verklaard het principaal beroep te willen intrekken. De providers hebben hiertegen bezwaar gemaakt, stellende dat de intrekking tardief was. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de intrekking van het cassatieberoep van de eisers moet worden verworpen, omdat de voorwaarden voor het incidentele beroep niet zijn vervuld. De Hoge Raad heeft de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, waarbij de kosten aan de zijde van de providers en de verweerder zijn begroot op € 316,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Deze uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot auteursrecht en de verantwoordelijkheden van internetproviders in Nederland. De Hoge Raad heeft benadrukt dat de intrekking van het cassatieberoep geen invloed heeft op de mogelijkheid van de verweerders om hun incidentele beroep in te stellen, wat de rechtszekerheid in dergelijke geschillen bevordert.