ECLI:NL:HR:2005:AT1867
Hoge Raad
- Herziening
- G.J.M. Corstens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.M.E. Thomassen
- Rechtspraak.nl
Herziening van een veroordeling wegens zware mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 maart 2005 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De aanvraagster, geboren in 1974 en wonende te [woonplaats], was eerder door het Hof veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf voor zware mishandeling, met een bijkomende betalingsverplichting aan de benadeelde partij. De aanvraag tot herziening was gebaseerd op nieuwe verklaringen die zouden aantonen dat de aanvraagster niet de dader was, maar dat haar zuster de mishandeling had gepleegd. Deze verklaring was echter al eerder ter terechtzitting in hoger beroep naar voren gebracht, maar het Hof had hier geen geloof aan gehecht. De Hoge Raad oordeelde dat de gestelde omstandigheden niet nieuw waren en dat de aanvraagster niet kon aantonen dat het onderzoek anders had kunnen uitpakken als deze informatie eerder bekend was geweest. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag tot herziening kennelijk ongegrond was en heeft deze afgewezen. De uitspraak benadrukt het belang van nieuwe en relevante bewijsstukken voor een herziening van een veroordeling.