ECLI:NL:HR:2005:AT1774
Hoge Raad
- Herziening
- F.H. Koster
- G.J.M. Corstens
- J.W. Ilsink
- Rechtspraak.nl
Herziening van een vonnis inzake winkeldiefstal met persoonsverwisseling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 mei 2005 uitspraak gedaan over een aanvraag tot herziening van een eerder vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage. De aanvrager, geboren in 1980, was eerder veroordeeld tot een geldboete van zeshonderd gulden of twaalf dagen hechtenis voor winkeldiefstal bij Hennes en Mauritz op 5 september 2000. De aanvrager stelde dat hij niet de dader was, maar dat zijn broer het feit had gepleegd en dat deze bij de aanhouding de personalia van de aanvrager had opgegeven. De Advocaat-Generaal Jörg concludeerde dat de aanvraag ongegrond was.
De Hoge Raad beoordeelde de aanvraag tot herziening en stelde vast dat de overgelegde documenten onvoldoende steun boden voor de stelling van de aanvrager dat er sprake was van persoonsverwisseling. De Hoge Raad oordeelde dat er geen ernstig vermoeden bestond dat, indien de nieuwe informatie bekend was geweest, dit had geleid tot een vrijspraak of een andere uitkomst van de zaak. De aanvraag tot herziening werd afgewezen op basis van artikel 468 van het Wetboek van Strafvordering.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in herzieningszaken en de strikte eisen die worden gesteld aan de gronden voor herziening. De Hoge Raad bevestigde de eerdere veroordeling en wees de aanvraag tot herziening af, waarmee de rechtszekerheid in deze zaak werd gewaarborgd.