ECLI:NL:HR:2005:AT1759
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- J.W. Ilsink
- W.M.E. Thomassen
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Schadevergoedingsmaatregel en betalingsregeling in strafzaak tegen verdachte voor verduistering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2005 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De verdachte was veroordeeld voor verduistering en had een schadevergoedingsmaatregel opgelegd gekregen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof een gemotiveerde beslissing had moeten geven over het verweer van de verdachte, dat er een betalingsregeling bestond met de benadeelde partij, [A] B.V. Het Hof had niet voldoende rekening gehouden met de gevolgen van de opgelegde schadevergoedingsmaatregel, die in strijd zou kunnen zijn met de bestaande betalingsregeling. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak voor wat betreft de oplegging van de straf en de schadevergoedingsmaatregel, en wees de zaak terug naar het Gerechtshof voor herbehandeling. De Hoge Raad benadrukte dat de doelstelling van de schadevergoedingsmaatregel is om het slachtoffer te beschermen en dat het niet de bedoeling kan zijn dat een bestaande betalingsregeling wordt doorkruist door de oplegging van een nieuwe betalingsverplichting. De uitspraak van de Hoge Raad heeft belangrijke implicaties voor de toepassing van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op schadevergoedingsmaatregelen in strafzaken.