ECLI:NL:HR:2005:AS8377
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen dwangbevelen van de Gemeente Doetinchem
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure tegen dwangbevelen die zijn uitgevaardigd door de Gemeente Doetinchem. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai, heeft verzet aangetekend tegen drie dwangbevelen die door de Gemeente zijn opgelegd wegens overtredingen van gebruiksvoorschriften van een bestemmingsplan. De dwangbevelen zijn respectievelijk gedateerd op 16 oktober 1998, 16 december 1998 en 7 april 1999. Eiser heeft in eerste instantie de rechtbank verzocht om de dwangbevelen buiten effect te stellen, wat gedeeltelijk is toegewezen. De Gemeente heeft echter hoger beroep ingesteld, en het gerechtshof heeft uiteindelijk de vorderingen van eiser afgewezen en hem niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzet tegen de dwangbevelen.
Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad, die op 13 mei 2005 uitspraak deed. De Hoge Raad vernietigde de arresten van het gerechtshof en verwees de zaak terug naar het gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de verzettermijnen strikt moeten worden toegepast en dat de analogische toepassing van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is in deze burgerlijke procedure. De Hoge Raad heeft de Gemeente veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak begroot op € 452,96 aan verschotten en € 2.600,-- voor salaris.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor burgers om tijdig verzet aan te tekenen tegen dwangbevelen en de strikte toepassing van termijnen in dergelijke procedures. De Hoge Raad heeft hiermee ook een belangrijke uitspraak gedaan over de toepassing van bestuursrechtelijke regels in burgerlijke rechtszaken.