ECLI:NL:HR:2005:AS8376
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake geschil over mobiele prepaid telefoondiensten tussen East Caribbean Cellular N.V. en Cellular One Communication N.V.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 april 2005 een arrest uitgesproken in een geschil tussen East Caribbean Cellular N.V. (ECC) en Cellular One Communication N.V. (CellOne) over de levering van mobiele prepaid telefoondiensten op Sint Maarten. ECC, gevestigd op Sint Maarten, was eiseres in cassatie en had zich in een kort geding tot de rechter gewend om een verbod te verkrijgen op het aanbieden van haar diensten door CellOne. CellOne had op haar beurt een vordering ingesteld tegen ECC, waarin zij een verbod vroeg op het aanbieden van mobiele prepaid diensten en een schadevergoeding eiste. Het gerecht in eerste aanleg wees de vordering van CellOne af, wat leidde tot hoger beroep bij het gemeenschappelijk hof van justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit hof bevestigde het vonnis van de eerste aanleg en compenseerde de proceskosten.
ECC stelde cassatie in tegen het eindvonnis van het hof, waarbij zij betoogde dat de proceskosten onterecht waren gecompenseerd. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de regel dat de verliezende partij in de kosten dient te worden veroordeeld, had miskend. De Hoge Raad vernietigde het eindvonnis van het hof voor zover het de proceskosten betrof en veroordeelde CellOne in de kosten van het hoger beroep. De Hoge Raad oordeelde verder dat ECC recht had op vergoeding van de kosten in cassatie. Dit arrest benadrukt de noodzaak voor een duidelijke motivering van proceskostenbeslissingen door de rechter en bevestigt de rechtsregel dat de verliezende partij in beginsel de kosten van de procedure dient te dragen.